Een groot deel van de mensen die in aanmerking komt voor beschut werken, staat op een wachtlijst. De een staat er kort op, de ander heel lang. Het gaat om ongeveer 35 procent van het aantal mensen met een beschut werk-indicatie die op de wachtlijst staat. Tussen regio’s zijn grote verschillen in de wachtlijsten: hoe lang die is en hoe lang iemand erop staat. Dat zijn de voorlopige conclusies uit signalen die bij de Landelijke Cliëntenraad (LCR) zijn binnengekomen over Beschut werk.
Al in 2019 heeft de LCR het rapport ‘Thermometer beschut Werk’ uitgebracht en aangeboden aan toenmalig staatsecretaris van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Conclusie was dat er wel budget naar gemeenten ging voor beschut werk-plaatsen maar dat weinig mensen echt aan het werk konden gaan.
De LCR krijgt vanuit het hele land signalen van mensen die zich hebben gemeld om beschut werk te kunnen gaan doen. Uit gesprekken met zowel mensen die een beschut werk-indicatie hebben als degenen die met hen werken, komen verschillende opvallende punten naar voren. Een ervan is de wachtlijst voordat mensen echt aan de slag kunnen. Een andere is dat er behoefte is aan een onderzoek naar de indicatiestelling en de manier waarop de zogenaamde loonwaarden worden berekend.
Een belangrijk signaal is dat er bij Sociaal Werk-bedrijven een groeiende zorg is om de bedrijfsvoering. De doelgroep die voorheen onder de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) viel, vergrijst en stroomt uit. Aan de andere kant stromen meer mensen in die veel intensieve begeleiding nodig hebben. Als het gaat om het geld, dan is er minder budget voor een beschut werkplek dan voorheen voor een Wsw-plek. Kortom, werkgevers hebben eigenlijk te weinig middelen om de begroting voor beschut werk rond te krijgen.
Mensen die een indicatie krijgen voor beschut werk, hebben zoveel behoefte aan ondersteuning dat een ‘gewone’ baan bij een werkgever nauwelijks mogelijk is. LCR-voorzitter Amma Asante: ‘Beschut werk heeft een belangrijke functie. Veel mensen in deze doelgroep hebben om allerlei redenen zeer intensieve begeleiding nodig, anders kunnen zij niet aan de slag. Voordat zij een stabiele werkomgeving hebben, is vaak een lange weg afgelegd. Het is mooi om te zien hoe na verloop van tijd deze werknemers zich ontwikkelen als ze op hun werkplek zijn geland.’
Uit de signalen komt naar voren dat velen blij zijn áls zij een beschut werkplek hebben. Het alternatief – thuis op de bank zitten – noemden veel mensen verschrikkelijk.
De grote regionale verschillen bij het invullen van werkplekken komen in het definitieve rapport over signalen beschut werk. Deze cijfers gaan ook naar cliëntenraden, zodat zij met hun gemeenten in gesprek kunnen gaan over het aantal arbeidsplaatsen dat er nog moeten komen.
Jouw stem helpt om aandacht te krijgen. Dus zorg dat iedereen die kan horen.